maandag 12 september 2011

De sprong van een modernist

Via de informatie in het Kunst- en antiekjournaal kom ik op een kijkdag van een veiling terecht waar ik aangetrokken word door een kloek stilleven. Klassiek, 19e eeuws, in zo’n brede, ouderwetse lijst in goudkleur. Typisch met een mand met een struik andijvie, appels ervoor en links een koperen bus als contrast met een donkere gemberpot ernaast. Absoluut kwaliteit. Van wie zou het zijn? Ik zoom in en, zie daar, rechtsonder: Louis Schelfhout, 1903.


Lodewijk Schelfhout 1903

Thuis doe ik wat onderzoek. In haar standaardwerk over Nederlandse moderne kunst, zegt mw. Loosjes dat het haar oudst bekende werk van Schelfhout een klein stilleven uit 1905 is. Een schaal met appels, met enige Cézanne-invloed. In de zogenaamde Zandvoort-catalogus van vooral het grafische werk van Schelfhout vind ik een afbeelding ervan: naast de schaal met appels ook appels en een peer ernaast, een mes en rechts een doek half op de tafel en afhangend. Inderdaad cézannesque. Ik verwerf het vroegere stilleven en bewonder de stap van de maker van zo’n 19e eeuws werk naar het modernere stilleven, een stap in twee jaar tijds. Ik ben het dan ook niet eens met de beschrijving in de Zandvoort-catalogus van het stilleven uit 1905: “traditioneel van opstelling, kleur en schildertrant.’ Integendeel helemaal 20ste eeuws geworden!


Lodewijk Schelfhout 1905


In 1903 verhuist het gezin Schelfhout van Haarlem naar Parijs. Vader Henri (schilder, zanger en fotograaf, zoon van de bekende Haagse School schilder Andreas) en Lodewijk laven zich er aan de stad en het Louvre. Lodewijk tekent er ook ijverig. Tevoren had hij - dan 21 jaar - nog in Haarlem gewerkt in het atelier van Theophile de Bock, en ik vermoed dat dat grote stilleven nog daar gemaakt is. Als een soort meesterproef? De ondertekening met Louis kan een anticipatie zijn op de gang naar Parijs. Frans en Duits waren bij ons toen überhaupt de buitenlandse courante talen; Engels werd dat pas later.
Op het stilleven uit 1905 had Lodewijk geannoteerd dat het in Parijs gemaakt was. Bijna een eeuw later komt het bij Bubb Kuyper onder de hamer, als onderdeel van de onverdeelde familieboedel. Het werd aangekocht door een nazaat, dus bleef het in de familie. Uit die boedel koop ik een landschap van Schelfhout uit 1909, alweer een stap verder in de moderne richting. Op karton, net als een bloemstilleven uit hetzelfde jaar in de collectie Smithuis. De schilder is dan te arm om behoorlijk te eten, laat staan om op doek te kunnen werken… Anders dan Van Gogh met zijn waarschijnlijk moeilijk karakter, was Lodewijk echter niet eenzaam want hij had vrienden gemaakt in de Parijse artiestencafés.


Lodewijk Schelfhout 1908

Daarna gaat hij zijn bekende, licht-kubistische werk maken, geïnspireerd ondermeer door Le Fauconnier en de gothiek waarvan hij een liefhebber was. Een tegen een heuvel oplopend dorp zoals Les Angles bij Avignon is een heel geschikt onderwerp voor als je het kubisme wilt verkennen. Zoals een Positano dat was voor Lubbers en Gestel. In Holland loopt er immers niks omhoog. Behalve dan de toren van Domburg… (Mondriaan!) Schelfhout maakte een aantal etsen van Les Angles. En over Mondriaan gesproken, bekend is de foto van het bezoek van hem aan Schelfhout in zijn Parijse atelier.
Vorige jaar heeft de actieve groep ‘Kunst aan de Dijk’ hem vereerd met een - helaas kortstondige - tentoonstelling in de kerk van Kortenhoef. (Zie uitvoerig in genoemd blad, mei 2006.) Kleinzoon Andreas beheert een website over zijn grootvader, met zijn levensgeschiedenis en zelfs nog een stukje pianospel van hem. Zacht en gevoelig, zoals de schilder waarschijnlijk zelf was. Daarop ook afbeeldingen van nog vroegere werken van de schilder. (www.schelfhout.info/lodewijk.htm)
Van nabij beleefde ikzelf dus 1903 – 1905 – 1909: de hink-stap-sprong van een boeiende modernist.

Willem Hoogendijk

.

Les Angles - 2 1912