Bij toeval kwam ik een nummer van dat blad tegen, gewijd aan de eerste wereldoorlog. Ik had Remarque gelezen. En een van de aangrijpendste films vond ik altijd Paths of Glory, waarin een Franse kapitein –Kirk Douglas – het voor zijn mannen opneemt tegen de generaals die hen onbezonnen op de Duitse mitrailleurs hadden afgestuurd. Twee soldaten hadden het als weinigen overleefd door bijtijds terug te keren, waarop de generaals hen als lafaards wilden executeren. Dit als afschrikkend voorbeeld naar andere soldaten, maar eigenlijk om hun eigen fout te maskeren. De film was lange tijd verboden in Frankrijk. Zoals ook het liedje van Mouloudji: “Je n’aime pas la guerre, je ne veux pas la faire.” Verder moest ik denken aan de tekeningen van Belgische families die toen naar ons land vluchtten, vastgelegd door schilders als Leo Gestel, Jan Toorop en Jan Sluijters.
Nee, zulk werk heb ik niet in mijn bescheiden kunstcollectie. Wat heeft daarin wel met de groote oorlog te maken? ging ik me afvragen.
Een fraaie aquarel van Diana, godin van de jacht, compleet met hert en hoorn, gevat in de typische Jugendstil-boog. Gemaakt door een in Frankrijk wonende Italiaan, Richard Carniel. Hij streed samen met de Fransen als ‘engagé volontaire’ in het Garibaldi-legioen en bleef ‘mort au champ d’honneur’ in 1915. Zou hij liggen op de verwaarloosde begraafplaats van Italiaanse soldaten bij Soupir (!) waar Martin Bril eens in een column van gerept had?
Verder een grote houtsnede van een in de lage landen werkzaam geweeste Amerikaan, Joe Raphael. Hij verbeeldt uitgebreid de in beslagname van Belgische paarden door de Duitsers op de Parvis St. Pierre te Ukkel (Brussel) in 1915. (Mijn inziens hoort dat werk in een Brussels museum thuis.)
Tenslotte een aardewerk bordje (Gouda) waarop een sinaasappelboom met daaronder een accordeon spelende Hollander en een moeder met een kind dat een Belgisch vlaggetje ophoudt. Opschrift: ‘Sous l’oranger pas de danger.’ Op de rand van het bord Nederlandse en Belgische vlaggen en de jaartallen 1914 en 191? Toen het bord gemaakt werd rekende men dus op een afloop vóór 1920! Hetgeen geschiedde!
Willem Hoogendijk
Gepubliceerd in het blad De Groote Oorlog, maart 2010.