maandag 12 september 2011

Kapitalisme en moraal

Kapitalisme doorgeslagen?

Over de radio hoorde ik (midden augustus 2011) dat Arjo Klamer met anderen bezig waren na te denken over een ander financieel stelsel. Sweder van Wijnbergen deed daar in diezelfde uitzending wat denigrerend over: “Ik heb uit dat soort pogingen nog nooit iets concreets zien komen” of woorden van die strekking. Ik weet dat er in de hoek van HermanWijffels aan de RUU ook gekeken wordt of er iets structureels in het stelsel veranderd moet en kan worden. Zo ook bij het Platform Duurzame en Solidaire Economie, waarin een 20-tal NGO’s nu samenwerken om de Fair & Green Deal handen en voeten te geven.

Hebben we de werking van het kapitalisme en het moderne geldsysteem wel voldoende doorgrond? Dat vroeg ik me af bij het lezen van het artikel van Maarten Schinkel in de NRC-H van 12 aug. Enkele gedachten ter verder overweging.
Schinkel wil de moraal terug onder het kapitalisme. Dat die er nu niet is ligt volgens hem niet aan het kapitalisme. Maar het begon al met Adam Smith die vond dat de ondernemer alleen op zijn eigen belang moest letten. Dat was voor het algemene belang het beste. Smith wilde een morele context daarbij, maar in de economische ontwikkeling daarna, met steeds meer invloed van de geldmarkt op de bedrijvigheid, verdween de zorg om die context en ontstond het neo-liberale gedachtengoed.
De Ierse econoom Richard Douthwaite en anderen wijzen op de geldschepping. Eens het prerogatief van de koning of de staat. Nu echter, met de enorme hoeveelheid fiduciair kredietgeld, vooral een zaak van private banken. Deze moeten noodzakelijkerwijs meer letten op het rendement op de korte of middellange termijn dan op het algemeen belang. Vergeleken bij die hoeveelheid ‘fiat money’ is het aandeel chartaal geld – biljetten en munten, aangemaakt door de staat – in de geldcirculatie heel klein. Verreweg het meeste geld in gebruik is het door banken geschapen geld. De verhouding die er moet zijn tussen wat zij uitlenen en hun reële geldreserve is wettelijk geregeld maar in de bancaire praktijk steeds dunner geworden. (Men heeft wel het 30-voudige gevonden: tegen 1 euro reserve stond 30 euro uitgeleend!) Dat is nu eindelijk terecht een zorg van onze regeringen geworden.
Ik wilde eens mijn badkamer opknappen en leende daarvoor 15 mille van de bank. Tijdens de werkzaamheden zag ik af van de vergulde waterkranen en had opeens 3 mille over. Daarvoor kocht ik tijdelijk staatsobligaties die wat rente opleverden waarmee ik een deel van de bankrente op mijn lening kon betalen. Ik bedacht me dat op die manier geld direct van het publieke naar het private domein gaat. Hoe zit dat eigenlijk als banken direct staatsobligaties kopen? Als dat mag, lijkt me dat wel een gemakkelijk ‘basisinkomen’ voor banken.
Die bancaire geldschepping heeft ook gemaakt dat er in het bedrijfsleven een verschuiving heeft plaats gevonden van dividend naar rente. En dus van een met het bedrijfsresultaat meefluctuerende kapitaalsbeloning naar een vaste. Daarmee is het bedrijfsresultaat onder extra druk komen te staan, ook al is de rente op een lening een kostenpost. (Gaat er dus voor de winst af. = fiscus betaalt alweer mee!)
Keynes stelde voor om euthanasie te plegen op de rentenier. Waarom zou de automatische verrijking door moeten gaan als je genoeg hebt vergaard maar niet meer productief bent, vroeg hij zich af. Wilde hij een kapitalisme zonder kapitalisten?
De enorm toegenomen mobiliteit van aandelen moet ook een punt van zorg zijn. Dezelfde Keynes waarschuwde al voor het verschil tussen eigendom en verantwoordelijkheid. Een Noorse econoom noemde het de geïnstitutionaliseerde onverantwoordelijkheid van het kapitaal. Ik herinner me een interview met de succesvolle stofzuigerfabrikant Dyson die ervan blijk gaf niks te moeten hebben van de moderne, al te volatiele aandeelhouders (NRC-H 13-6-1998). De vroegere IMF- president Michel Camdessus waarschuwde al voor het verstikkende overwicht van het financiële domein op de reële economie (Le Monde, 23-12-1986). De bekende speculant George Soros placht er op te wijzen dat de financiële wereld zich geheel onttrekt aan de controle van regeringen en internationale organisaties. (Hij vond ook dat het vrijhandel-idee ontaard was in een gevaarlijk markt-fundamentalisme.)
Het geld, begonnen als smeerolie in de economische machine, is de aandrijvende gaspedaal geworden. Het geld wordt immers geacht aan te groeien. Concurrentie kan prima werken in een stabiele economie. Maar als het geld gaat aandrijven en groeidwang veroorzaakt, ontstaat de alom tegenwoordige race naar de bodem die in alle branches huishoudt. Van heilzaam wordt concurrentie destructief. De bedrijvigheid moet, om te overleven, ecologische en sociale grenzen geweld aan doen. Het vaak tot hoofdschuldige verklaarde consumentisme is het noodzakelijke gevolg en voortbrengsel van het productivisme. De produkten móeten immers verkocht worden. De onzichtbare en weldoende hand van de markt is de zichtbare en onaangename vuist van het kapitaal geworden.
Het positieve van deze analyse is dat wij ons als consument minder schuldig hoeven te voelen. Ja, ons vertrouwen - dwz. onze kooplust - wordt voortdurend noodzakelijk verklaard om het geld-gedreven geproduceer draaiend te houden. De huidige ratrace-economie vraagt en vormt bij ondernemers en ons allen een individueel ellebogengedrag. “We hebben best sociale spieren, stelt de US econoom Herman Daly in zijn For the Common Good, maar ze zijn wat verslapt geraakt door het overmatige beroep dat de huidige economie op onze ego-spieren doet.” Het kapitalisme heeft onze mentaliteit zo gevormd dat deze vervolgens als legitimatie aangevoerd kan worden voor datzelfde kapitalisme.
Wie, zoals Schinkel, de moraal in de economie wil terug krijgen zal dus van de groeidwang, het productiegeweld en de verbruiksnoodzaak moeten zien af te komen. En het geldsysteem en de markt weer meer in de samenleving ingebed zien te krijgen. Het geld van meester weer een dienaar. We kunnen dan best van een kapitalisme blijven spreken, een beschaafd en intelligent kapitalisme. Een gezond perspectief lijkt mij de vervanging van de ontstane aanbod- en opdringeconomie door een gekalmeerde economie gericht op de vraag, een vraag – weten we nu - die binnen de milieugrenzen blijft. In zo’n economie kunnen ook de ondernemers vrijer en meer maatschappelijk functioneren. Dat er blijkbaar iets structureels moet worden veranderd om ons gedrag en onze moraal weer op een beter pad te krijgen lijkt me een hoopgevende conclusie.


Willem Hoogendijk (wh@aarde.org) 13 augustus 2011
Stichting Aarde en deelnemer aan het Platform voor een duurzame en solidaire economie.

Nawoord: De oorspronkelijke tekst had ik opgestuurd aan de NRC, als reactie op Schinkel. Maar die 800 woorden vonden ze teveel. (Liever meer aandacht voor de vermaak-cultuur, zoals ik in de eens betere kranten constateer?) Als ik het tot 250 woorden kon terugbrengen, zouden ze opname overwegen. Mijn eerste reactie was ‘Bekijk ’t maar. Mag er nooit eens wat ruimte voor echt anders-denken zijn?’. Afijn, toch maar een poging gedaan.(Zie aan het eind.)
Wat de oorspronkelijke tekst betreft – hierboven - : niet gehad over de Tobin-tax waarvoor de aandacht herleeft. Noch over eco-gestuurde rentetarieven. Niet over lokaal geld, buurtbanken en onderlinge bedrijvennetwerken. Noch over mijn voorstel tot flexibilisering van zowel de kapitaalsbeloning als de werkgelegenheid (En iedereen aan het werk, naar vermogen. Dit in een emancipatoire, ‘toe-eigenende’, echt ‘werk nemende’, op den duur de economie mee-sturende context! Hallo, bent u daar nog?). En nog meer punten die anderen zeker zullen aanbrengen.
Ikzelf dacht wat denkvoer bij elkaar gebracht te hebben in mijn recente Om het Naakte Bestaan. Slechts 9.95 euro.
Kom net een ouder artikel tegen: Over kapitalisme, moraal en de contouren van een intelligente, dus werkelijk duurzame economie. Bij mij opvraagbaar.
Nog even met Pim Juffermans gebeld die vroeger de werkgroep Noord/Zuid van Groen Links leidde. Zijn tip voor wat betreft de huidige schuldencrisis: Kijk eens naar hoe er in de jaren ’80 met de schulden van Zuid-Amerika werd omgesprongen. Hij noemde de naam van een Amerikaan, Baker. Hij zei ook: verbazend zo gauw als men vergeet. Ik opperde dat wellicht mensen als Terhal en Pronk er nog iets van weten.


Er is momenteel in de media veel te doen over de schulden van de landen, Europa, de euro enz. Geen nieuwsrubriek of er zit een econoom in. Het valt me op dat bijna iedereen – economen, politici, beleidsmakers – de huidige economieën weer willen aanjagen of zien opbloeien. De bedrijvigheid moet aantrekken, het consumentenvertrouwen hersteld worden e.d. Kan ik me dat van beleidsmakers en politici nog wel voorstellen vanwege hun vastzitten aan de korte termijn en hordes kiezers, het verbaast me dat er nog zo weinig economen zijn die vraagtekens zetten bij een systeem waarin verbruikt moet worden om de boel draaiend te houden. Die niet inzien dat we met de traditionele groei (ook als deze wat hapert) bezig zijn hard de afgrond in te hollen. Met meer ecologie en toekomst in onze meetlatten, moeten we toch inzien dat onze moderne economieën allang een negatieve uitkomst hebben. (Ik zelf zet dat omslagpunt bij het massaal gaan gebruiken van fossiele brandstoffen. Al hebben onze voorouders ook al eerder vaak dom gedaan.) Verbijsterend vind ik ’t van die economen, 40 jaar naar het verschijnen van Grenzen aan de Groei… Nog zo weinig ecologisch inzicht en besef. 40 jaar de verschijnselen van aantasting en uitputting niet zien, misinterpreteren of bagatelliseren.





Mijn tot een brief ingekorte stuk voor de NRC. Ze lieten mij weten: een tijdje in beraad gehouden, maar uiteindelijk niet opgenomen. (Zo wordt het volk ook niet wijzer…)

Kapitalisme en moraal

Maarten Schinkel wil de moraal terug onder het kapitalisme. Dat die er nu niet is ligt niet aan het kapitalisme (12 aug.). Maar het begon al met Adam Smith van wie de ondernemer alleen op zijn eigen belang moest letten. Dat was voor het algemene belang het beste. Smith wilde een morele context daarbij, maar in de ontwikkeling daarna, met steeds meer invloed van de geldmarkt op de bedrijvigheid, verdween de zorg om die context. De vroegere IMF- president Camdessus waarschuwde al voor het verstikkende overwicht van het financiële domein op de reële economie.
Het geld dat moet groeien is van smeerolie in de economie de aandrijvende benzine geworden. Het veroorzaakt groeidwang en creëert de race naar de bodem die heden in alle branches huishoudt. Van heilzaam wordt concurrentie destructief. De bedrijvigheid moet, om te overleven, ecologische en sociale grenzen opblazen. Het tot hoofdschuldige verklaarde consumentisme is het noodzakelijke voortbrengsel van de productie die immers haar producten moet kwijt raken. De onzichtbare en weldoende hand van de markt is de zichtbare en onaangename vuist van het kapitaal geworden.
Die ratrace-economie vormt bij ons een ellebogengedrag. US econoom Daly: “Onze sociale spieren zijn verslapt door het overmatige beroep dat de huidige economie op onze ego-spieren doet.” Het kapitalisme heeft onze mentaliteit zo gevormd dat deze vervolgens datzelfde kapitalisme legitimeert.
Wie, zoals Schinkel, de moraal in de economie terug wil moet van de groeidwang, het productivisme en de verbruiksnoodzaak af komen, en het geldsysteem en de markt beter voegen in de samenleving. Een structurele verandering om onze moraal weer op een beter pad te krijgen is een hoopgevende conclusie.

Willem Hoogendijk
Stichting Aarde en deelnemer aan het Platform voor een duurzame en sociale economie.